Zaterdagnacht om half vier ging de wekker. Met wat moeite stonden we op en maakten we ons klaar om de hippopotamuses te gaan bezichtigen. Riki en Alex hadden ons de avond van tevoren nog gewaarschuwd dat er wel een vrij grote kans was dat we ze helemaal niet zouden spotten, maar we stonden om vier uur met goede hoop klaar. Om kwart over vier kwam Fopa aankakken met zijn Toyota Corola, waar de familie van Patty al in klaar zat: vader, moeder, Patty en Vic, Patty’s vriend. Aangezien Alex niet mee zou gaan in verband met het feest van ’s middags, hadden we gehoord dat Fopa een grotere auto zou regelen. Nou, dat had hij dus (verdorie) niet gedaan. Met drie man voorin en met vier man op de achterbank gingen we op weg naar de nijlpaarden.
Het eerste stuk over de geasfalteerde weg ging nog wel. Fopa ging nog even zoeken naar een tankstation dat open was, maar die zijn hier ’s nachts niet open. Oké, dan maar niet tanken..? Familie is deze week al de hele week met haar familie en vriend op pad geweest om tripjes te maken met Fopa. Ze vertelden ons dat hij iedere dag ongeveer 10 liter tankt, in plaats van de tank in één keer vol te gooien. Lekker efficiënt. We probeerden er een reden voor te verzinnen, de enige logische reden zou kunnen zijn dat hij bang is dat de benzine uit zijn tank zal worden gejat. Maar ik denk dat het gewoon de Afrikaanse cultuur is.
Toen kwamen we dus bij de niet geasfalteerde weg, hobbel hobbel hobbel, heel fijn als je half bij elkaar op schoot zit, of bijna met je hoofd tegen het plafond zit. Het was een rit van ongeveer anderhalf uur, je begrijpt vast hoe we ons daarna voelden. Aangekomen in een dorpje liep Fopa ons zonder iets te zeggen achter bij de auto en ging hij (blijkt later) op zoek naar de jongens die ons rond zouden roeien. Een klein half uurtje later reden we over een nog slechtere weg naar een huis, waar de auto werd geparkeerd. Hier aten we een chocoladecroissantje, want ondertussen hadden we allemaal wel trek gekregen. Het laatste stukje gingen we lopend (maar goed ook, dat weggetje was één grote modderpoel). We daalden af door een maïsveld en over rotsen naar beneden en kwamen aan bij het water waar de zelfde soort houten kano’s klaarlagen als waar we de eerste zondag in hebben gezeten. We stapten hierin, Fopa niet, die vond het volgens mij een beetje eng, en gingen op zoek.
De sfeer op het water wat magisch: de lucht was vrij koud (ik had wel een wat warmer vest aan kunnen trekken) en het water verdampte, waardoor een soort mist boven het water ontstond. Een prachtig gezicht. Na ongeveer een uur nog niks gezien te hebben, besloten onze roeiers dat we wel even aan konden leggen (in de bosjes), dan konden we rustig afwachten en stil zijn, dan zouden we ze misschien aan de overkant van het water kunnen zien. Op het plekje lagen de botten van een nijlpaard, grote kans dus dat één van die beesten daar gewoon is vermoord. Twee van de jongens die ons rondroeiden trokken plotseling hun kleding uit en sprongen het water in. Ze gingen even polshoogte opnemen. Whut? In het water waar misschien wel nijlpaarden liggen gaan zij gewoon even zwemmen? Uh, ja, het zal wel. Helaas mocht het niet baten en hebben we uiteindelijk geen enkel nijlpaard gezien. Maar we hebben wel weer een leuk kanotochtje gehad. Rond 9 uur waren we weer aan land, waar we terugliepen naar de auto.
Hierna gingen we nog een bezoekje brengen aan de stuwdam die hier vlak in de buurt lag. We moesten onze paspoorten afgeven (onze kopiën natuurlijk, want de echte liggen veilig thuis) en toen namen een paar mannen ons mee naar de dam. Het was grappig om te zien hoe trots deze mensen waren op iets wat we in Nederland zo normaal vinden. Ze legden ons met alle enthousiasme uit dat iedere dag de waterstand werd opgemeten en doorgegeven, waardoor ze bij veel regenval overstromingen konden voorkomen en daarbij ook nog elektriciteit konden opwekken. Leuk om te zien dat ze toch al redelijk ver zijn met dat soort dingen hier.
Op de terugweg gingen Lisa en ik samen op de passagiersstoel zitten, ik boven op een handdoek die op de handrem lag, Lisa tegen de deur gedrukt. En zo zaten we weer in totaal zo’n anderhalf uur te hobbelen. Onderweg stopten we rond een uur of elf nog even voor ‘soja’: stukjes koeienvlees op een stokje. Daarna brachten we de familie naar hun gasthuis in Baïgom, waarna Fopa Lisa en mij weer naar Foumbot bracht, waar we onderweg nog maar even een 10 liter fles drinkwater meenamen, dat scheelt weer sjouwen.
Toen we thuiskwamen was het druk in en om het huis: er waren veel vrouwen (vrienden en familie) gekomen om Riki en Alex te helpen met de voorbereidingen op het feest. Er was veeeel eten. Wij gingen ons eerst even wassen en nog even rusten op bed. Rond een uur of twee zijn we in onze traditionele jurken buiten gaan zitten, waar we alvast wat hapjes mochten proeven: pasteitjes gevuld met groenten, een knapperig kippenpootje en zelfgebakken cake. Het was allemaal heerlijk. Dit was overigens de eerste cake die ik hier at die echt lekker luchtig en niet droog was. Riki weet wel hoe ze moet koken.
Rond een uur of vier stroomden de gasten binnen, die allemaal binnen op een stoel werden gezet. Iets later begon de ‘mis’, die werd gehouden door de priester die ook hier thuis was uitgenodigd. Er werd gebeden en gezongen in het Bamoun en in het Frans. We kregen er niet veel van mee, maar het was leuk om een keer gezien en gehoord te hebben. Aan het eind van de mis gaf iedereen elkaar een hand en was het tijd voor eten en drinken. Het buffet werd klaargezet het paste nauwelijks allemaal op de tafel) en er werd veel bier, wijn, whiskey en fris op tafel gezet.
Wij mochten al heel snel, na de priester en de dokter, ons bordje volscheppen. Normaal is het hier zo dat je de eerste gang salade pakt, daarna de rest en dan fruit. Ik had dus netjes m’n bord vol geschept met salade en een stukje stokbrood. Maar toen zag ik dat iedereen al aan de vis en andere warme gerechten zat. En toen zaten we netjes te wachten tot iedereen zijn eerste ronde had gehad en toen werd plotseling ons bord voor onze neus weggegapt en er waren geen schone borden meer.. Nooo, en er staat nog zoveel lekkers! We wachtten maar rustig af. Even later zijn we toch maar buiten gaan kijken: de borden konden niet worden afgewassen, omdat er de hele dag al geen stromend water was en alle watervoorraad was op door al het koken. Wij hadden in onze badkamer nog twee flessen gevuld met water staan, dus die hebben we toen maar gedoneerd. Ondertussen stroomde het huis weer leeg, blijkbaar had iedereen dus echt zijn bord vol geschept de eerste ronde. Niet veel later kwamen Fopa, zijn vrouw, en Patty’s familie ook nog binnen. Zij hadden nog helemaal niets gegeten, dus toen werd er even vaart achter de afwas gezet en konden wij gelukkig ook nog een rondje meedoen langs het buffet. De vis was helaas al op. Balen. Maar er waren gelukkig nog wel heel veel andere lekkere dingen en we zijn zeker niets te kort gekomen. Ze hebben dan twee dagen lang in de ‘buitenkeuken’ gestaan, maar dat was zeker wel te merken, wauw.
Het feest kwam rond een uur of half negen aan zijn einde en we besloten na deze lange dag maar op tijd ons bed in te duiken. We hebben dan ook net heerlijk uitgeslapen. In huis is het echt een zooitje zoals het Nederland ook is na een dagje feest. Er wordt druk afgewassen en er worden nog restjes rijst als ontbijt gegeten. Wij mochten gelukkig gewoon een eitje bakken en brood pakken. We hebben lekker genoten van de la vache qui rit die we gisteren hebben gescoord. Ook hadden we dankzij Patty’s ouders een mini kuipje pindakaas bij het ontbijt. Een echt luxe ontbijtje dus.
Onze zondag wordt weer een beetje zoals de meeste zondagen hier: beetje wassen, beetje chillen in de zon (want die is er weer!) en waarschijnlijk wat afscheidscadeautjes shoppen op de market in Foumbot. Lekker van ons laatste weekendje hier in Foumbot genieten dus!
Liefs,
Tess